In Noroc, de beste lunchplek van Leiden (heb ik al eens eerder gezegd), kwamen naast me aan een tafeltje twee jonge vrouwen iets eten. Aan de voordeur van deze eetwinkel van Martin en Marno hangt (terecht, vind ik, maar misschien een haartje te luid), de duidelijke boodschap: “Geen wifi! Geen laptops! Hier spreken we met elkaar en genieten van lekker eten!” Dat laatste was ik weer aan het testen, en dat lukte perfect — het was zelfs Vlaamse kost. Dat eerste, het converseren, was wat moeilijker, omdat ik alleen was. Goed dan dat die twee dames naast me komen zitten. Straks converseren we misschien even, maar eerst luister ik onopvallend wat ze mekaar te zeggen hebben.
“Ik heb me voorgenomen een maand lang geen suiker te eten.”
“O ja, en waarom dan?”
“Gewoon, gezonder.”
“En lukt het een beetje?”
“Nou ja, heb het prima volgehouden, op twee uitzonderingen na.”
“Zoals?”
“Toen mijn zoontje jarig was heb ik een taart gebakken. Best wel grappig, want die is helemaal opgegaan.”
“O ja? Wat voor taart was dat dan?”
“Een peer-frangipanetaart.”
“Een peer-wat?”
“Peer-frangipane. Frangipane. Dat is een soort amandelspijs.”
“Oh.”
Leiden, Pieterskerk-Choorsteeg, 14 januari 2015, Foto Hendrik Elie Vanden Abeele